

Zoeken
Je kunt kiezen uit 8 inheemse boomsoorten: Gewone esdoorn, Zwarte els, Zachte berk, Haagbeuk, Gele Kornoelje, Eenstijlige meidoorn, Winterlinde en Egelantier.
Je kunt kiezen uit 8 inheemse boomsoorten: Gewone esdoorn, Zwarte els, Zachte berk, Haagbeuk, Gele Kornoelje, Eenstijlige meidoorn, Winterlinde, Egelantier klein en Egelantier groot. Het minimum aantal boompjes per soort bij het afhalen is 10, het totale maximum is 40 (dat zijn dus maximaal 4 verschillende soorten). En je haalt de boompjes gratis op bij een van de 4 ophaalpunten, op vrijdag 12 of zaterdag 13 maart. Helemaal gratis! Meedoen kan met dit formulier. Op is op en vol=vol!
Acer pseudoplatanus
Komt van nature voor in Zuid-Limburg, maar waarschijnlijk ook noordelijker in Nederland. Een hoge boom met brede kroon. Vraagt een goede grond met goede vochtvoorziening. Doet het slecht op zure, zware of te droge bodems. Heeft een snelle jeugdgroei met grote concurrentiekracht. Snoeien alleen in volledige winterrust (najaar – voor 1 december, niet bij vorst). Opslag uit zaad kan plaatselijk overlast veroorzaken. Goede drachtplant voor bijen.
Alnus glutinosa
Deze boom heeft een vrij donkere stam. Hij groeit vooral op vochtige tot zeer natte gronden. Met behulp van bacteriën op wortelknolletjes bindt hij zelf stikstof uit de lucht en maakt zo eigen voeding. De zwarte els groeit ook op veengrond. Hij verdraagt enige schaduw en kan goed tegen wind. Het is een snelle groeier met een beperkte concurrentiekracht. In bosverband van korte levensduur. Een oude stobbe is een rijke voedselbron voor insectenetende vogels. Het zaad (elzenproppen) is belangrijk voedsel voor overwinterende zaadetende vogels, vooral sijsjes.
Betula pubescens
De zachte berk komt meer op natte gronden voor in tegenstelling tot de ruwe berk. Deze berk groeit nagenoeg op iedere grondsoort. Hij heeft grote behoefte aan licht en is bestand tegen wind. De berk is een pionier: hij heeft een snelle jeugdgroei, maar geringe concurrentiekracht. De berk wortelt oppervlakkig, waardoor hij concurreert met de wortels van de struik- en kruidlaag. Op een voedselarme bodem is er bij een berk weinig ondergroei aanwezig.
Carpinus betulus
Deze boom heeft opvallend geelgroene bloemen. Hij groeit op voedselrijke, vochtige gronden. Daarnaast is hij droogtegevoelig. De haagbeuk groeit niet op veen of bodems met een hoge grondwaterstand. Hij verdraagt veel schaduw en is matig gevoelig voor wind. Hoewel de haagbeuk langzaam groeit, heeft hij veel concurrentiekracht. Alleen op schrale groeiplaatsen is hij te gebruiken als struik. Op betere gronden ontwikkelt de haagbeuk zich tot boom. Als waardplant is de haagbeuk geliefd bij de meikever, die zich voedt met bladeren en bloesem.
Cornus mas
Van nature voorkomende struik in Zuid-Limburg maar in andere delen van Nederland wordt deze soort ook wel aangeplant. De takken hebben grijsachtig gele kleur maar jonge takken hebben een groene kleur. Verdraagt zonnige tot licht schaduwrijke groeiplaatsen met een matig voedselarme tot matig voedselrijke bodem. De struik bloeit al vroeg in het voorjaar met fraaie kleine gele bloemen en is daarmee een zeer geschikte struik voor wilde bijen die al vroeg in het voorjaar op zoek zijn naar nectar.
Crataegus monogyna
De meidoorn groeit in het volle licht uit tot een stevige struik met één of meer stammen. Je ziet hem vanouds langs perceelgrenzen, beken en bosranden. Hij doet het goed op zwaardere gronden, maar is minder bestand tegen arme grond en hoog grondwater. Hij verdraagt enige schaduw en is goed bestand tegen wind. Het is een langzame groeier met matige concurrentiekracht. De meidoorn heeft doorns en is daardoor goed beschermd tegen grote grazers en is geschikt voor veekerende heggen. Hij biedt ook nestel- en schuilgelegenheid aan vogels en knaagdieren. De meidoorn trekt diverse insecten en insectenetende vogels aan. Het meidoornhout is geschikt voor houtsnijwerk. Van de bessen kan jam gemaakt worden.
Tilia cordata
Waarschijnlijk de enige streekeigen linde met brede, ronde tot eivormige kroon en omlaag buigende takken. Voor optimale groei moet bodem diep open zijn. Doet het goed op rijke, vochthoudende lemige zandgronden. Groeit slecht op arme, droge of zware natte bodems. Verdraagt erg veel schaduw, is goed bestand tegen de wind. Is een climaxsoort; een vrij snelle groeier. Vormt vaak veel opslag aan de stamvoet.
Laat zich gemakkelijk in een bepaalde vorm snoeien (knot- en leilinden), het hout rot echter snel in. Door een uitgebreid en diep wortelstelsel staan de bomen op goed doorwortelbare plaatsen stevig in de grond.
Rosa rubiginosa
Een tamelijk lage, gedrongen struik. De egelantier groeit bij voorkeur op wat drogere, kalkhoudende lichtere grond. Het blad geurt na fijnwrijven tussen de vingers naar appels. De roze bloemen worden bezocht door verschillende soorten wilde bijen.
De eerste twee tot drie jaar moeten, afhankelijk van de weersomstandigheden en de bodemgesteldheid, 2 á 3 keer per jaar de grassen en de onkruiden verwijderen tussen de aanplant. Dit kan door voorzichtig tussen de bomen en de struiken te schoffelen.
Het is ongewenst bosplantsoen te bemesten. Dit heeft verbranding van de wortels en een verhoogde onkruidgroei tot gevolg.
Vragen over deze actie? Mail dan naar helpdesk@planboom.nl