Informatie over boomsoorten uitdeelactie 11 maart 2023 in Utrecht

Boomsoorten uitdeelactie 11 maart 2023

Wij hebben informatie van de boomsoorten die uitgedeeld worden op 11 maart 2023 in de provincie Utrecht voor je op een rijtje gezet. In totaal worden er zes soorten uitgedeeld: gewone hazelaar en sporkehout (voor zandgrond), meidoorn en zoete kers (voor kleigrond) en Gelderse roos en gewone vogelkers (voor veengrond). Onderaan deze pagina lees je de plantinstructies

Hazelaar

Corylus avellana

De hazelaar is een bosrandsoort, die zowel in de schaduw als in de zon kan worden aangetroffen. De hazelaar maakt deel uit van de Berkenfamilie, en hoort van oudsher thuis in West-Europa. De hazelaar is voor de bestuiving afhankelijk van de wind. Het is een ‘naaktbloeier’, dat wil zeggen dat de plant bloeit als deze nog geen bladeren heeft. Het duurt wel een tijdje voor het zover is. De hazelaar gaat pas na tien jaar vrucht dragen. Maar dan is ze er vroeg bij! Het is de eerste plantensoort uit onze wilde flora die in het jaar (in januari al) begint te bloeien.

  • Gebruik: bosranden, bossen, solitair, houtsingels, dichte randstruwelen en (vlecht)hagen.
  • Hoogte: maximaal 6 meter.
  • Bijzonderheden: hazelnoten zijn een bron van vitamine E. Een handvol bevat ongeveer 50% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Hiernaast bevatten ze veel energie (682 kcal per 100 gram), voornamelijk in de vorm van onverzadigde vetzuren.
  • Bloeitijd: de mannelijke bloemen zitten in katjes en zijn al in de zomer aanwezig in de oksels van de bladeren. Ze gaan bloeien dan in januari.
  • Beheer: verdraagt afzetten, knotten en snoei goed
  • Grondsoort: de hazelaar groeit op bijna elke grondsoort, ook op een minder vruchtbare en/of kalkrijke bodem.

Sporkehout/Vuilboom 

Frangula alnus

Sporkehout komt in vele delen van Europa voor in vochtige bossen en venen. De plant prefereert een zure grond, maar is geschikt voor iedere grondsoort, met halfschaduw/zon. De boom draagt tegelijk bloemen en bessen. Door zijn lange bloeiperiode van april tot september is hij belangrijk voor honingzoekende bijen. Naast bijen trekt de Sporkehout ook vogels en (nacht) vlinders aan. De boom is een waardplant voor de rups van de citroenvlinder.

De bloemen zijn klein en romig witgroen. De ronde bessen rijpen ongelijkmatig aan de struik. Zo kan een deel van de bessen nog groen zijn, terwijl een ander deel halfrijp lichtrood en en tegelijkertijd rijpe bessen die zwart van kleur zijn.

  • Gebruik: ondergroei van bossen, bosranden, parken, tuinen en plantsoenen.
  • Hoogte: maximaal 5 meter.
  • Bijzonderheden: de gedroogde bast van de Sprokehout veroorzaakt braken en werd vroeger als laxeermiddel gebruikt. Aan deze eigenschap dankt de boom zijn tweede Nederlandse naam, de ‘Vuilboom’. De bessen zijn giftig. Het buigzame hout gebruikte men in de negentiende eeuw voor lemen vakwerkwanden met ‘vitselstek’:  het vlechtwerk dat met leem en strohaksel werd aangesmeerd.
  • Bloeitijd: april- september.
  • Beheer: vuilboom snoei je ieder jaar terug; in het voorjaar. Hij maakt dan nieuwe twijgen en tijdens de groei daarvan blijft hij maandenlang bloemen produceren; ieder volgend blad op de jonge twijg maakt in zijn oksel bloemtrosjes.
  • Grondsoort: gedijt op iedere grondsoort.

Eenstijlige meidoorn

Crataegus monogyna

De meidoorn groeit in het volle licht uit tot een stevige struik met één of meer stammen. Je ziet hem vanouds langs perceelgrenzen, beken en bosranden. Hij doet het goed op zwaardere gronden, maar is minder bestand tegen arme grond en hoog grondwater. Hij verdraagt enige schaduw en is goed bestand tegen wind. Het is een langzame groeier met matige concurrentiekracht. De meidoorn heeft doorns en is daardoor goed beschermd tegen grote grazers en is geschikt voor veekerende heggen. Hij biedt ook nestel- en schuilgelegenheid  aan vogels en knaagdieren. De meidoorn  trekt diverse insecten en insectenetende vogels aan. Het meidoornhout is geschikt voor houtsnijwerk. Van de bessen kan jam gemaakt worden.

  • Gebruik: houtsingels, dichte randstruwelen, bosranden en (vlecht)hagen.
  • Hoogte:maximaal 10 meter
  • Bijzonderheden: sterk geurende bloemen. Goede schuilplaats voor vogels en knaagdieren.
  • De jonge aprilblaadjes van de meidoorn zijn goed eetbaar als groente en hebben een nootachtige smaak. De rode vruchten kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. Ze smaken zoet en licht sappig. Ook zijn de vruchten goed te gebruiken in desserts.
  • In fruitteeltgebieden is de meidoorn minder geliefd. Meidoornstruiken zijn waardplanten voor bacterievuur. Bacterievuur is een gevreesde ziekte voor met name perenbomen. De kenmerken van de ziekte zijn het bruinzwart verkleuren, verdorren en verschrompelen van bloesems, bladeren en twijgen.
  • Bloeitijd: mei – juni
  • Beheer: verdraagt afzetten (niet te vaak). Kan goed tegen snoei, ook als geschoren haag
  • Grondsoort: geschikt voor zand, klei en veen.

Zoete kers

Prunus avium

Deze inheemse soort komt oorspronkelijk voor in het oosten en zuiden van het land. De wilde kers groeit optimaal op vruchtbare, kalkhoudende, luchtige bodems. Hij kan tegen vocht, maar is gevoelig voor hoog stagnerend grondwater. De kers groeit slecht op arme, zure gronden. Hij verdraagt weinig schaduw en is tamelijk gevoelig voor wind. Vooral de jonge kers is een snelle groeier. Deze boom is een belangrijke voedselbron voor bijen. Ook worden de kersen graag gegeten door o.a. spreeuwen en lijsterachtigen. De pitten worden juist door groenlingen gegeten.

  • Gebruik: struweelhaag, houtwallen en bosjes
  • Hoogte: maximaal 20 meter
  • Bijzonderheden: groeit op voedselrijke, vochtige gronden
  • Bloeitijd: april – mei
  • Beheer: verdraagt snoeien of afzetten. Snoeien in najaar (tegen bloeden).
  • Grondsoort: geschikt voor zand en klei

Gelderse roos

Viburnum opulus

Deze heester wordt zo’n 3 meter hoog en bloeit in juni met witte bloemen. Groeit overal, zolang de grond niet te droog of te arm is. Kan redelijk tegen wind en houdt van de zon. In het midden zitten de vruchtbare bloemen en aan de rand zijn onvruchtbare bloemen te vinden. Die dienen de aantrekkingskracht voor bestuivers te vergroten. De Gelderse roos is veel te vinden in rivierengebied. De bessen die de plant draagt kunnen goed de winter doorstaan en worden vaak gegeten door pestvogels en de goudvink.

  • Gebruik: Goed te gebruiken in struweelheggen en houtwallen
  • Hoogte: 1 meter (20-40cm bij ophalen)
  • Bijzonderheden: Zon/ halfschaduw
  • Bloeitijd: Juni (witte bloemen)
  • Beheer: Snoeien na de bloei in juli
  • Grondsoort: zand, klei en veen.

Gewone vogelkers

Prunus padus

De vogelkers is een meerstammige struik, die ook kan uitgroeien tot een boom. Hij verdraagt natte grond en kan goed gedijen op veenbodems. Een hoge grondwaterstand is geen probleem voor de vogelkers maar hij bereikt een optimale groei op voedselrijkere en vochtige gronden. De vogelkers kan tegen schaduw, maar is gevoelig voor wind. Het is een snelle groeier met een geringe concurrentiekracht. De witte bloemen worden bezocht door diverse soorten wilde bijen. De blauwzwarte bessen worden gegeten  door lijsterachtigen, marterachtigen, vossen en bosmuizen. Gebruik houtwallen, struweelhagen, bosjes of solitaire boom

  • Bijzonderheden: verdraagt hoog grondwater. Van de rijpe vruchten kun je compote, sap of likeur maken.
  • Bloeitijd: april – mei
  • Beheer: verdraagt snoeien en afzetten
  • Grondsoort: zand, klei en veen.

Plantinstructies

Dit filmpje helpt je op weg! Onder het filmpje vind je nog wat aanvullende tips.

  1. Planttijd bomen: plant het boompje de dag dat je de boom komt ophalen, of uiterlijk de dag erna. Lukt dat niet? Dan kun je het boompje ook even inkuilen of in een emmer water zetten.
  2. Als je meerdere soorten bomen en struiken plant heeft het de voorkeur om in groepjes van 5-7 te planten. Deze methode van planten voorkomt dat langzame groeiers ook de kans krijgen ten opzichte van snelle groeiers.
  3. Plantafstand is afhankelijk van het doel waarvoor je het bosplantsoen gaat gebruiken. Bosje/singelshoutwallen 1,5 m, Knotboom plantafstand 3 m, Haag 4 á 3 per strekkende meter
  4. Bij droogte de bomen op tijd water geven.

Verzorging eerste jaren

De eerste twee tot drie jaar moeten, afhankelijk van de weersomstandigheden en de bodemgesteldheid, 2 á 3 keer per jaar de grassen en de onkruiden verwijderd worden tussen de aanplant. Dit kan door voorzichtig tussen de bomen en de struiken te schoffelen.Het is ongewenst bosplantsoen te bemesten. Dit heeft verbranding van de wortels en een verhoogde onkruidgroei tot gevolg.

 

Terug naar de actiepagina